Verouderd Europa en geopolitieke stoornissen
Tijdens een bezoek aan Kiev vertelde de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, aan president Vladimir Zelensky dat het advies van de EU-manager over de toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie eind volgende week klaar zal zijn.
Volgens Reuters zei Von der Leyen op een gezamenlijke persconferentie in Kiev dat toekomstige gesprekken met Zelensky “ons in staat zullen stellen onze beoordeling tegen het einde van volgende week te formuleren” over de vraag of Oekraïne moet worden voorgedragen als kandidaat voor lidmaatschap.
Deze stap, waar velen op hebben gewacht, zal slechts het begin zijn van een lang proces.
De regeringen van 27 EU-landen moeten ermee instemmen Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat te verlenen. Daarna zullen uitgebreide discussies plaatsvinden over de noodzakelijke hervormingen totdat de kwestie van de toetreding van Kiev aan de orde is.
Von der Leyen, die Kiev voor de tweede keer sinds het begin van de oorlog in februari bezocht, herinnerde Zelensky eraan dat er, ondanks bestuurlijke hervormingen en vooruitgang op andere gebieden, nog veel te doen is.
“Jullie hebben veel gedaan om de rechtsstaat te versterken, maar er zijn nog steeds hervormingen nodig. Bijvoorbeeld in de strijd tegen corruptie”, zei hij.
“Heel Europa wordt het doelwit van Rusland en Oekraïne is slechts de eerste fase van deze agressie”, zei Zelensky tijdens dezelfde briefing. Daarom kan een positieve reactie van de EU op de toetredingsaanvraag van Oekraïne een positieve reactie zijn op de vraag naar de toekomst van het Europese project in het algemeen.
De vraag is: begrijpen alle EU-landen dat een positieve reactie op Oekraïne essentieel is en dat hun toekomst ervan afhangt? Het zal ook een positief signaal zijn voor alle andere post-Sovjetlanden, met name de landen die deelnemen aan het programma van het Oostelijk Partnerschap van de EU.
Pressklub.az bestudeerde de meningen van bekende Oekraïense experts over dit onderwerp.
Mikhail Gonchar, hoofd van het Centrum voor Globalisering “Strategie XXI”, hoofdredacteur van het tijdschrift “Veiligheid van de Zwarte Zee” (Kiev):
– Begrijpen alle EU-landen dat hun lot nu wordt bepaald op het slagveld in Oekraïne? Ik denk niet dat iedereen het zal begrijpen. Naarmate we verder naar het westen trekken, verslechtert het begrip… 14 jaar na de Russische invasie van Georgië, denken voormalige Europese politici nog steeds in dezelfde categorie als het bedrijfsleven. Ze vergeten dat het regime van Poetin de tragedie in Oekraïne sinds 2014, in Syrië sinds 2015 en in Ichkeria in de jaren negentig heeft aangericht.
Maar daarom is er een “Nieuw Europa” in de Europese Unie. Het nieuwe Europa laat niet toe dat het vergrijzende, corrupte westelijke deel van de EU tot het einde in geopolitieke beroering wordt ondergedompeld. Voor dit deel van de EU is er alleen Rusland in het oosten en nieuwe onafhankelijke staten voor zijn belangen. Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slowakije, Tsjechië, Slovenië en Roemenië zijn de energieleveranciers van de EU. Het is geen toeval dat het initiatief om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat te geven van de premier van Slowakije kwam, en de rest van de “nieuwe Europeanen” steunen dit idee. Natuurlijk is er een Europees “moeras”, maar onderworpen aan de mening van de macht.
Ondanks alle tegenstrijdigheden denk ik dat de Europese Raad op de top van 23 juni groen licht zal geven voor de kandidatuur van Oekraïne en Moldavië. Dit zal een positief signaal zijn voor de landen die deelnemen aan het programma van het Oostelijk Partnerschap als geheel. Voor elk land een ander formulier. Voor Wit-Rusland is dit duidelijk het tijdperk na Loekasjenko, en voor Georgië is het een teken dat deze kans niet mag worden gemist en dat het Kremlin zich niet mag overgeven. Voor Bakoe is dit een teken dat het moslim-Albanië op zichzelf geen Europees perspectief kan hebben. Armenië heeft ook een kans op een geopolitieke wending.
Yaroslav Bojko, hoofd van het Centrum voor Doctrine Politieke Studies (Kiev):
– Uiteindelijk evolueert de EU soepel naar een federaal project, harmonisatie van wetgeving, belastingregels en unificatie van bepaalde normen. Daarom lijken de coördinatie van procedures en bureaucratische nuances die de EU niet wil opgeven een zeer ernstige factor te zijn.
Een positieve reactie op Oekraïne blijft het meest waarschijnlijke scenario. Tegelijkertijd is het duidelijk dat de Europese Commissie een aantal van de verplichte vereisten uit de interne regels van de EU zal implementeren.
Oekraïne heeft de associatieovereenkomst met de EU nog niet volledig uitgevoerd. Hoewel de mogelijkheid om de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen reëel is, is het daarom onwaarschijnlijk dat Brussel de kwestie onvoorwaardelijk zal willen sluiten.
Rauf Orucov