Nachrichten aus Aserbaidschan

Europees Hof heeft Azerbeidzjan in verschillende zaken een boete van 60.000 euro opgelegd – Nieuws | Laatste nieuws | Laatste nieuws

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft op 19 oktober 10 uitspraken en beslissingen bekendgemaakt met betrekking tot meer dan 15 verzoeken die vanuit Azerbeidzjan zijn verzonden. De meeste zaken betreffen vermeende schendingen van het recht op vergadering, vrijheid en immuniteit. De regering moet in ieder geval een schadevergoeding van ruim 60.000 euro betalen aan de verzoekers, die veelal afkomstig zijn van oppositiepartijen.

Dat meldt de website Ahimaz.org.

De zaak Samir Aliyev tegen Azerbeidzjan betreft de voorlopige hechtenis van de verzoeker. De verzoeker ging bij de lokale rechtbanken in beroep tegen de beslissingen over zijn detentie en de verlenging van zijn detentieperiode. De nationale rechtbanken verwierpen de klachten van de verzoeker dat er geen gronden waren voor voorlopige hechtenis. Aanvrager: 5.3 van de Overeenkomst. Beweert dat dit artikel (Recht op vrijheid en veiligheid) is geschonden.

In deze zaak was het EHRM van oordeel dat het niet nodig was dat de verzoeker 1 jaar, 6 maanden en 22 dagen in hechtenis werd gehouden en dat daarom het recht van de verzoeker op vrijheid en immuniteit werd geschonden. Volgens het besluit moet de regering de verzoeker 5.100 euro aan immateriële schadevergoeding en 500 euro aan juridische kosten betalen.

De zaak “Mehman Huseynov v. Azerbeidzjan” betrof de verzoeker, een bekende blogger, die door de lokale autoriteiten werd verboden het land te verlaten. De verzoeker stelt voor het EHRM dat, naast zijn bewegingsvrijheid, zijn rechten die worden gegarandeerd door de artikelen 10 (Vrijheid van meningsuiting) en artikel 18 (Grenzen van het gebruik van beperkingen op de rechten) van het Verdrag zijn geschonden.

Tijdens de communicatie erkende de regering dat het recht van verzoeker op vrij verkeer was geschonden en bood zij aan verzoeker een morele schadevergoeding van € 5.000,- te betalen. De aanvrager weigerde. Het EHRM achtte de verklaring van de regering echter voldoende; De verzoeker krijgt een vergoeding voor de morele schade. Verzoekster werd vertegenwoordigd door advocaten Elchin en Zibeyda Sadigov.

In de zaak “Alovsat Osmanlı/Azerbeidzjan” is de verzoeker een deskundige op onderwijsgebied. In de zaak ging het om de geschriften van verzoeker, die in 2013 plotseling overleed. Afhankelijk van de omstandigheden van de zaak werd het artikel van verzoeker met de titel ‘Mardanovs zwarte bendes’ gepubliceerd in de krant ‘Azadlıg’. In dat artikel werden de problemen op onderwijsgebied scherp bekritiseerd. Het Educational Problems Institute van het Ministerie van Nationaal Onderwijs heeft vanwege dit artikel een civiele rechtszaak aangespannen tegen de aanvrager. In zijn klacht bij het EHRM klaagde de verzoeker dat er inbreuk werd gemaakt op zijn recht op vrijheid van meningsuiting, dat nationale rechtbanken geen onderscheid maakten tussen feiten en beoordelingsbeslissingen, en dat het staatsorgaan geen correcte beoordeling maakte van de vraag of dit recht werd geschonden. . commerciële reputatie of niet.

Tijdens de communicatie verzocht de regering om verwijdering van de aanvraag van de lijst met zaken, met het argument dat de familieleden van de overleden aanvrager geen duidelijke intentie hadden uitgesproken om de aanvraag te onderzoeken. Hiermee rekening houdend heeft de rechtbank besloten het verzoek te schrappen van de lijst van te onderzoeken zaken.

De petities “Shakir Ahmadov en anderen tegen Azerbeidzjan” hebben betrekking op vermeende schendingen van artikel 11 (Vrijheid van vergadering en vereniging) van de Conventie – het opleggen van onwettige en onevenredige maatregelen tegen organisatoren en deelnemers aan openbare vergaderingen. In dit geval bereikten partijen tijdens de communicatie een minnelijke schikking.

Volgens de beslissing van het EHRM moet de regering elk 3.900 euro betalen aan de verzoekers Şakir Ahmadov, Bakhtiyar Huseynov, İsmayıl Hasanov en 2.600 euro elk aan Araz Mammadov, Ramiz Jafarov, Jabbar Savalanlı, Nemet Abbasov en Nurlan Eldarov. . Aanvragers moeten ook elk een juridische vergoeding van € 250,- betalen. De verzoekers werden in deze zaak vertegenwoordigd door juridisch deskundige Tural Agayev.

De zaak “Azer Gasimli v. Azerbeidzjan” betreft vermeende schendingen van artikel 11 van het Verdrag (opleggen van onwettige en onevenredige maatregelen tegen organisatoren en deelnemers van openbare bijeenkomsten). In dit geval hebben de partijen tijdens de communicatie een minnelijke schikking afgewezen. De regering heeft bij de rechtbank een eenzijdige verklaring ingediend waarin zij de vermeende schending erkent.

Volgens de beslissing van het EHRM moet de regering de verzoeker 2.850 euro aan immateriële schadevergoeding en juridische kosten betalen. In deze zaak werd verzoeker vertegenwoordigd door advocaat Elchin Sadigov.

De zaak “Fuzuli Huseynov v. Azerbeidzjan” betreft vermeende schendingen van artikel 11 van het Verdrag als gevolg van de toepassing van onwettige en onevenredige maatregelen tegen organisatoren en deelnemers van openbare bijeenkomsten. In dit geval bereikten partijen tijdens de communicatie een minnelijke schikking.

Volgens de beslissing van het EHRM moet de regering de verzoeker 2.850 euro aan immateriële schadevergoeding en juridische kosten betalen. In deze zaak werd de verzoeker vertegenwoordigd door advocaat Yalçın Imanov en advocaat Bahruz Bayramov.

In de zaak “Javid Ibrahimov en Sagif Gurbanov tegen Azerbeidzjan” werd ook een schending van artikel 11 van het Verdrag beweerd vanwege de toepassing van onwettige en onevenredige maatregelen tegen verzoekers die openbare bijeenkomsten bijwoonden. Tijdens de bijeenkomst zijn partijen tot een minnelijke schikking gekomen.

In het besluit is bepaald dat elk van de verzoekers 2.500 euro aan immateriële schadevergoeding en 350 euro aan juridische kosten zal worden betaald. De verzoekers werden bij het EHRM vertegenwoordigd door advocaat Javad Javadov.

De zaak “Elnur Jabbarov en Kanan Aliyev tegen Azerbeidzjan” betreft de beschuldigingen dat de detentie van de verzoekers onwettig was. Nadat de minnelijke schikkingsgesprekken tussen de partijen mislukten, legde de regering een eenzijdige verklaring af bij het EHRM. De regering erkende de vermeende schendingen en bood aan de verzoekers compensatie te verlenen. Volgens het besluit dat op basis van deze verklaring is genomen, moet de overheid binnen 3 maanden aan elk van de aanvragers 3.500 euro schadevergoeding betalen. De verzoekers werden bij het EHRM vertegenwoordigd door de advocaten Azer Rasulov en Nemat Karimli.

De zaken “Maniyev en anderen tegen Azerbeidzjan” hebben betrekking op vermeende oneerlijkheid van de rechtbanken tijdens administratieve procedures (artikel 6). Tijdens de bijeenkomst zijn partijen het in der minne eens geworden.

Volgens de beslissing van het EHRM moet de regering elk 1.000 euro betalen aan de verzoekers Emil Maniyev, Emin Akhundov, Tarlan Muradov en Rashad Abbasov, en 2.000 euro elk aan de verzoekers Beşir Tariverdiyev en Cavid Hacıbeyli. Voor de juridische dienstverlening is een vergoeding van 250 euro per aanvrager vereist. In deze zaak werden de verzoekers vertegenwoordigd door advocaten Samira Aghayeva, Tural Aghayeva en Elvin Alamov.

In de zaak “Solmaz Aghayeva v. Azerbeidzjan” werd schending van eigendomsrechten besproken – het eigendom (de garage) van de verzoeker werd gesloopt op bevel van verschillende overheidsinstanties, terwijl er compensatie had moeten worden betaald, maar er werd geen betaling gedaan. was gemaakt. De verzoeker klaagde dat zijn eigendomsrechten waren geschonden, met name dat de sloop van zijn eigendommen niet in overeenstemming met de wet was uitgevoerd.

Vrijheidskrant

Nachrichten aus Aserbaidschan

Ähnliche Artikel

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Schaltfläche "Zurück zum Anfang"