De Duitse producentenprijsindex daalt voor de vierde maand op rij
De Duitse producentenprijsindex daalt voor de vierde maand op rij als gevolg van dalende energie- en metaalprijzen.
De Duitse producentenprijsindex voor oktober daalde met 11% op jaarbasis, zoals verwacht door analisten, waardoor de daling van 14,7% in september verder werd voortgezet.
Dit was de vierde maand op rij van zwakte, voornamelijk veroorzaakt door de energie- en metaalprijzen. De index houdt voornamelijk rekening met producten uit de mijnbouw, energie, productie en waterindustrie.
De daling werd grotendeels toegeschreven aan de opgeblazen grondstoffenprijzen afgelopen oktober, als gevolg van de gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne. Sindsdien zijn de prijzen gedaald, terwijl de markt zichzelf aanpast, samen met de energieprijsplafonds in heel Europa.
De inflatie was vorig jaar een andere belangrijke factor, die een opwaartse druk op de prijzen veroorzaakte. De agressieve verkrappingscyclus van het monetaire beleid van de meeste centrale banken, waaronder de Europese Centrale Bank (ECB), heeft er echter toe bijgedragen dat de prijzen aanzienlijk daalden.
In oktober 2023 daalden de energieprijzen met 27,9%, terwijl de elektriciteitskosten met 36,2% daalden. Aardolieproducten daalden met 13,2%, terwijl de brandstofprijzen ook 12,8% goedkoper waren.
De metaalprijzen daalden met 11,7% op jaarbasis, waarbij ferrolegeringen, ruwijzer en staal een daling kenden van 18,9%. Ook de halffabrikaten kregen een klap te verduren, nog verder onder druk gezet door de houtprijzen, die met 17,9% daalden. De prijzen voor meststoffen en stikstof daalden ook met 45,5%, terwijl de veevoerprijzen ook met 22,3% daalden.
De prijzen van niet-duurzame goede producten stegen echter behoorlijk, waarbij de prijzen van geconserveerde groenten en fruit met 16% stegen. Varkensvlees steeg ook met 10,4%, terwijl verwerkte aardappelen ook met 29,4% stegen. Duurzame goederen volgden een soortgelijk patroon, waarbij meubels met 4,8% stegen en machines met 5,4%.
Welke gevolgen heeft dit voor de rest van Europa?
De Duitse prijsproducentenindex is een cruciale indicator voor de inflatie in de grootste economie van Europa. De daling van de PPI voor de vierde maand op rij zou dus cruciale informatie kunnen zijn waarmee de ECB rekening houdt bij haar volgende monetaire beleidsbeslissing.
Momenteel is de rente van de ECB vastgesteld op 4%, omdat de centrale bank haar monetaire verkrappingscyclus voorlopig heeft stopgezet.
Dit geldt vooral omdat Duitsland momenteel ook kampt met een afnemende vraag over de hele linie, vooral als het om energie gaat. De International Energy Association schat dat het land dit jaar een daling van de vraag naar olie met ongeveer 90.000 vaten per dag te zien zal krijgen, vooral als gevolg van de afkoeling van de vraag naar nafta en diesel.
Ook de Duitse woningbouw is aanzienlijk gedaald, ver beneden de doelstelling van bondskanselier Olaf Scholz van 400.000 nieuwe huizen per jaar. Hoewel de vermindering van belangrijke halffabricaten zoals hout, metalen en energie enigszins kan helpen, zal de matige vraag naar verwachting uiteindelijk nog steeds een zware last voor de sector vormen.
De Europese Unie is echter optimistischer over de Duitse groei en schat een groei van het bruto binnenlands product in 2024 op 0,8% en in 2025 op 1,25%.