Het einde van fossiele brandstoffen: Duitsland en Nederland op gespannen voet over hoe van gas af te stappen
Duitsland is het formeel niet eens met het voorstel van de EU over hoe de lidstaten moeten afstappen van fossiele brandstoffen, een verdere klap voor het toch al controversiële voorstel.
De Duitse vice-kanselier en minister van economie Robert Habeck stuurde een brief aan de EU afgelopen vrijdag met de woorden: “Als federale regering hebben we nogmaals duidelijk onze afwijzing van de opname van kernenergie uitgedrukt”,
Het grootste land van de EU zei dat kernenergie “risicovol en duur” is en dat het “niet duurzaam” is.
Het voorstel van de EU om kernenergie en aardgas als duurzaam te categoriseren, maakte deel uit van hun voorstel voor een duurzaamheidstaxonomie, gepubliceerd op 31 december 2021.
Critici beweren dat de EU heeft geprobeerd het document te begraven door het aan het eind van het jaar vrij te geven.
“De Europese Commissie had niet harder kunnen proberen om dit voorstel te begraven”, zegt hij. zei Henry Evistonwoordvoerder over duurzame financiering bij het European Policy Office van WWF.
Wat wil Duitsland in plaats daarvan?
Hoewel Duitsland wel van plan is om over te stappen op het gebruik van groene waterstof, zegt de brief dat een toezegging om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 55% te verminderen onrealistisch is.
In plaats daarvan wil Duitsland dat de EU landen toestaat hun eigen doelen voor na 2036 vast te stellen – de doelen behandelen als “richtlijnen” – waardoor ze de flexibiliteit krijgen om de meest haalbare manier uit te werken om over te schakelen op duurzamere brandstoffen.
Nog steeds afhankelijk van gas
De brief van Duitsland aan de EU suggereert ook dat de beste manier om over te stappen van niet-duurzame brandstoffen is om landen toe te staan op gas te blijven vertrouwen.
De EU wil het gebruik van gas uitfaseren om haar CO2-neutrale doelstelling voor 2050 te halen. Toch bood het voorstel wel ruimte voor enig voortgezet gebruik van aardgas.
Maar Duitsland wil dat de EU overweeg de beperkingen te versoepelen meer op fossiele gassen, aangezien ze een belangrijke transitiestap zijn voor landen die willen overstappen op duurzamere brandstoffen.
Het gebruik van traditioneel fossiel gas is belangrijk voor het uitfaseren van kolen in Duitsland, staat in de brief.
Een problematisch EU-voorstel
Toen de EU op oudejaarsavond 2021 voor het eerst het voorstel om over te stappen op duurzame brandstof deed, bleek het controversieel.
Ondanks de druk van Duitsland op gastoeslag, zei de Duitse vice-kanselier ten tijde van de publicatie van het voorstel dat de opname van gas en kernenergie “het goede label voor duurzaamheid afzwakken”.
De hoofdwoordvoerder van de EU-commissie, Eric Mamer, antwoordde dat ze “het niet stiekem probeerden te doen, als je wilt, door voor 31 december te gaan.”
“Ik kan je verzekeren dat onze collega’s liever hadden willen ontspannen op vakantie, maar ze besloten hun werk tijdens de kerstvakantie voort te zetten om ervoor te zorgen dat dit voor het einde van het jaar uitkwam”, vervolgde hij.
Nederland zet in op waterstof
Terwijl de brief van Duitsland beweert dat het vertrouwen op waterstofbrandstof nog te ver weg is om gas op te geven, heeft Nederland onlangs een duwtje in de rug voor duurzame brandstoffen aangekondigd.
In de nieuw gevormde regering van Nederland zit Rob Jetten, minister van Klimaat en Energie, die toezicht zal houden op een klimaat- en transitiefonds van € 35 miljard, gericht op het verkleinen van de CO2-voetafdruk van Nederland.
De bouw van twee kerncentrales is zojuist voorgesteld en het fonds zal naar verwachting ook werkzaamheden op het gebied van e-fuel en waterstof financieren.
Onderzoek door Energiemonitor zet Nederland in de voorhoede van Europa’s waterstofrace met de hoogste subsidies per gigawatt aan elektrolysercapaciteit vastgelegd op € 1,43 miljard.
En hoewel de vorige week uit Duitsland gepubliceerde brief enigszins pessimistisch was over waterstofbrandstof, plaatst het onderzoek Duitsland als het land met de hoogste ambitie op het gebied van elektrolysercapaciteit die 10 GW wil produceren tegen 2030.